Regel: voor snelheid en frequentie (in het Nederlands PER)
Voorbeeld: “Voy al gimnasio cuatro veces POR mes”. “Conduzco a 90 kms POR hora”.
Regel: Door (“through”)
Voorbeeld: “Corremos POR el museo”. (We rennen door het museum.)
Regel: “langs,” of “in de buurt van”
Voorbeeld: “Estamos por el parque”. “caminamos por la playa”.
Regel: Tijdsduur (voor)
Voorbeeld: “Yo leo POR treinta minutos”. “Tú duermes POR una hora”.
Regel: Communicatie (via)
Voorbeeld: “discutimos por teléfono”. “escribir POR correo”, “POR Whatsapp”, enz.
Regel: Reden (door/vanwege)
Voorbeeld: “No como POR falta de tiempo”. “¡Lo hago POR ti!” (Ik reis niet DOOR/vanwege een gebrek aan tijd)
Regel: “estar + por” (op de punt staan van)
Voorbeeld: “Estoy POR dormir”.
Regel: in passieve constructies (door)
Voorbeeld: “El libro fue escrito por Borges”.
(het boek was door Borges geschreven)
Por ahora (Voorlopig)
Por casualidad (toevallig)
Por ciento (percent)
Por cierto (trouwens)
Por ejemplo (Bijvoorbeeld)
Por eso (Daarom/Daarvoor)
Por favor (Alstublieft)
Por fin (eindelijk)
Por lo menos (Tenminste)
Por supuesto (natuurlijk)
Por suerte (Gelukkig)
Por último (Ten slotte)
Regel: richting
Voorbeeld: “Este tren va para Barcelona” (Deze trein gaar richting Barcelona)
Regel: doeleinde/doelstelling (om te)
Voorbeeld: “La copa es para beber vino”. (het glas is om wijn uit te drinken)
“Vamos a la playa para nadar” (we gaan naar de strand om te zwemmen)
Regel: aanwijzigingen (om te)
Voorbeeld: “Para hacer una pizza, primero debes cortar un tomate”.
(Om een pizza te maken, moet je eerst een tomaat snijden)
Regel: Ontvanger (voor)
Voorbeeld: “Este regalo es para ti”. (Dit cadeau is voor jou)